Hoe regelt u uw pensioen?

Hoe heeft u uw oude dag geregeld? Het nadenken over uw pensioen is vaak niet iets waar u zich dagelijks mee bezig houdt. Toch is het verstandig om uw opties eens te bekijken. Er zijn namelijk verschillende manieren om te sparen voor uw pensioen, met ieder zo hun eigen voordelen. U kunt bijvoorbeeld kiezen om te sparen met een lijfrenteverzekering, of door middel van banksparen. Bekijk hieronder de uitleg en beslis over uw pensioen.

Uw pensioen bestaat eigenlijk uit drie onderdelen:

  1. De AOW

Dit is een onderdeel wat iedereen die in Nederland woont of werkt automatisch opbouwt. Dit wordt jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van het minimumloon.

  1. Pensioen via de werkgever

In Nederland is het mogelijk om ook pensioen opbouwen via uw werkgever. Ongeveer 90% van de Nederlandse werkgevers heeft een aanvullende pensioenregeling waarmee ze u helpen om uw pensioen op te bouwen. Daarbij betalen zij meestal ongeveer 2/3 en u 1/3 van de pensioenpremies.

  1. Individueel aanvullend pensioen

Dit is het deel dat u zelf aan kunt vullen aan uw pensioen, om ervoor te zorgen dat u ook op uw oude dag nog voldoende financiële middelen tot uw beschikking heeft.

Aan de AOW of het pensioen via uw werkgever kunt u vaak zelf weinig veranderen. Wel is het fijn om te weten dat u dat in ieder geval al heeft. Uw individuele aanvullend pensioen kunt u zelf natuurlijk wel beïnvloeden. Zo heeft u de mogelijkheid om een lijfrenteverzekering af te sluiten waarmee u verzekerd bent van extra inkomen wanneer u met pensioen gaat. Met een lijfrenteverzekering sluit u een verzekering af die uitbetaalt tot u komt te overlijden. U kunt er ook voor kiezen om te gaan banksparen. Met banksparen kunt u zelf bepalen hoeveel u maandelijks inlegt voor uw eigen pensioen. Het voordeel van banksparen is dat dit niet onder het spaargeld valt waar u vermogensbelasting over dient te betalen.

Wanneer u een pensioengat heeft is zowel de inleg van de lijfrenteverzekering als van het banksparen aftrekbaar van uw belastbaar inkomen, waardoor het fiscaal ook aantrekkelijker wordt om hiervoor te kiezen. Wat u ook kiest, u doet er goed aan om eens te kijken naar de mogelijkheden die u heeft om uw pensioen zo prettig mogelijk te maken.

Hoe word je een polyglot?

Allereerst is het misschien belangrijk om te weten wat een polyglot is. Een polyglot is iemand die veel talen vloeiend kan spreken. Geen Google translate of gecertificeerd vertaalbureau meer nodig voor deze personen dus. Polyglotten kenmerken zich door een grote taalvaardigheid, maar vaak ook door het talent om gemakkelijk nieuwe talen aan te leren. Minder dan 1% van de wereldbevolking mag zich polyglot noemen.

Maar wanneer ben je dan precies een polyglot? De meesten noemen zich een polyglot wanneer ze zes of meer talen beheersen. Wanneer beheers je echt een taal? Daarover verschillen de meningen. Sommigen vinden dat je een taal beheerst wanneer je een cafégesprek goed kan volgen en gaande kunt houden, anderen vinden dat je near-native speaker moet zijn in veel talen om jezelf polyglot te mogen noemen. Gemiddeld genomen gaat het erom dat je vloeiend kan spreken en dat anderen je moeiteloos kunnen begrijpen.

Welke eigenschappen moet je hebben?

Er is erg weinig onderzoek naar polyglotten gedaan, maar één van de weinigen die er wel onderzoek naar heeft gedaan, is emeritus hoogleraar Kenneth Hyltenstam, die als onderzoeker werkt bij de universiteit van Stockholm. Om polyglot te kunnen worden heb je volgens hoogleraar Hyltenstam drie eigenschappen nodig:

  1. Motivatie

Als je geen interesse hebt in een andere taal, dan is het erg moeilijk om hen te leren. Denk bijvoorbeeld aan het verplichte vak Duits op de middelbare school. Die leerlingen die het leuk vinden om nieuwe talen te leren halen met gemak hogere cijfers, terwijl leerlingen die liever met de exacte vakken bezig zijn de grootste moeite kunnen hebben met een vak als Duits. Hetzelfde geld voor waarom immigrantenkinderen zo snel de Nederlandse taal oppikken. Die kinderen willen graag kunnen communiceren met hun klasgenoten, dus leren ze de taal sneller.

  1. Het vermogen systemen te herkennen

Daarbij is het belangrijk om systemen te herkennen in talen zoals bijvoorbeeld de grammatica van een taal. Als je eenmaal begrijpt hoe dit systeem in elkaar zit, dan kun je makkelijker voorspellingen doen voor vervoegingen van nieuwe woorden. Daarbij is het vaak zo dat talen in een cluster te plaatsen zijn, waarvan de systemen soortgelijk in elkaar steken. Dit maakt het dus makkelijker om talen van dezelfde familie aan te leren, zoals bijvoorbeeld Frans, Spaans, en Italiaans.

  1. De verantwoordelijkheid voor eigen leerprocessen

Veel polyglotten zijn gedisciplineerd en zetten ook door als het leren van een taal vervelend wordt. En dat is ook nodig wanneer je een taal je echt eigen wilt maken. Om polyglot te kunnen worden moet je je echt vastbijten in de talen die je wilt leren, en niet stoppen wanneer het even tegenzit. Er is namelijk niemand die jou vertelt dat je dit moet leren, maar je doet het vanuit eigen beweging en bent daarmee dus verantwoordelijk voor je eigen leerproces.

Klinkt wel als veel moeite, dat polyglot worden, toch? Toch is het wel lonend in de huidige globalisering waarin de wereld steeds kleiner wordt en we steeds meer met mensen uit andere landen met andere talen moeten communiceren. Daarbij spreken Nederlanders gemiddeld al 3.2 talen. Is het jou toch teveel? Hou het dan vooral bij Google Translate (die overigens ook steeds beter wordt) of huur voor echt belangrijke zakelijke documenten een vertaalbureau in. We kunnen natuurlijk niet allemaal alle talen spreken.