Onderzoekers hebben een ontdekking gedaan bij resten van Neanderthalers in Spanje die ongeveer 49.000 jaar geleden daar leefden. Zij troffen houtvezels aan in het tandplak van één van deze primitieve mensen. Betekent dit dat de Neanderthalers al tandenstokers gebruikten?
Mondhygiëne
De kleine houtvezels die de onderzoekers hadden gevonden in het tandplak waren houtvezels van een niet eetbaar gedeelte van een conifeer. Daarom is het niet plausibel de houtvezels te herleiden zijn naar het voedsel van de Neanderthalers. Een verklaring voor de vondst kan zijn dat de oude mensachtigen stukjes hout van de conifeer gebruikten als tandenstoker voor de mondhygiëne. Gelukkig hebben we daar tegenwoordig geen coniferen meer voor nodig, maar kunnen we gewoon naar Ingrid van Oploo Mondhygiëne gaan voor een frisse mond.
Gebit was verlengde van de handen
Dat klinkt als een goede verklaring, maar de onderzoekers hadden nog een scenario bedacht wat kon verklaren waarom er houtvezels te vinden waren in het tandplak: de slijtage van de tanden kon haast niet alleen door het eten van voedsel zijn ontstaan. Uit onderzoek bleek dat het gebit niet alleen gebruikt werd om eten te kauwen, maar ook als verlengden van de handen. Ze gebruikten hun tanden bijvoorbeeld om voorwerpen vast te klemmen, zoals houten takken. Dit kon ertoe leiden dat er houtvezels in de mond van de Neanderthaler gevonden waren.
Net zo intelligent als de moderne mens
Men komt steeds meer te weten over deze mensachtigen en het gebit kan ons daarbij veel vertellen. Nog niet zo lang geleden dachten onderzoekers nog dat Neanderthalers dom waren en niet te vergelijken waren met de moderne mens. Dit beeld is de afgelopen jaren enorm bijgeschaafd, omdat uit onderzoek steeds meer blijkt dat deze primitieve mensen toch niet zo dom waren dan we aanvankelijk dachten. De moderne mens en de Neanderthaler zouden zelfs hetzelfde intelligentieniveau hebben. Dat zij zoveel duizenden jaren geleden tandenstokers gebruikten, klinkt nu dus zo gek nog niet.